H

Dat viel niet mee….een dansbeweging noemen met een h! Ik dacht aan de headspin, maar het lukte me niet om een associatieve verbinding met een filosoof te vinden. Ofschoon veel filosofen teksten schrijven waar je hoofd van gaat tollen

Uiteindelijk kwam ik op Hop of huppel

Een hop of huppel is de eenvoudigste danspas die er bestaat. Het is een sprongetje op één been.  Vaak is het een aanzet tot een grotere pas, bijvoorbeeld bij de polkapas, maar het kan ook een zelfstandige beweging zijn, vaak als onderdeel van een serie passen, zoals de temps levé.

Maar de eenvoudigste vorm is natuurlijk gewoon ‘huppelen’, zoals kinderen vaak, en volwassenen soms doen. In veel speeldansjes voor kinderen wordt gehuppeld. Huppelen is uiting van vreugde en van levenslust.

Huppelen hoort bij het spelende kind en bij de spelende mens. En ja, dat brengt me dan bij Johan Huizinga.

Johan Huizinga was een Nederlands historicus. Hij is de grondlegger van de Nederlandstalige cultuurgeschiedenis. Verder was hij cultuurfilosoof en antropoloog. Hij was zeer geïnteresseerd in kunst.

Het werk waarmee hij het meest bekend is geworden is Herfsttij der Middeleeuwen.

Het boek is een van de grootste en meeslependste klassieke geschiedwerken. Huizinga bestudeerde de middeleeuwen anders dan veel historici voor hem. Hij vertelt geen stoffig verhaal van oorlogen en verdragen, of van landbouw en handel; hij vertelt hoe mensen in de late middeleeuwen met het leven omgingen

Een tweede belangrijk werk van hem is Homo Ludens, en dat betekent ‘de spelende mens’.

(Het woord ‘ludiek’ hoor ik niet vaak meer maar het werd in de jaren zestig veelvuldig gebruikt bij allerlei politieke acties van onder andere de Provo’s in Amsterdam).

Huizinga gaat er van uit dat de spelende mens de fundering vormt van onze cultuur. Het spel ligt ten grondslag aan dagelijkse handelingen, van baan tot ouderschap, van sportclub tot rechtszaak - waar we ons over het algemeen heel serieus op storten. We zien spelelementen dan ook in zeer uiteenlopende cultuurvormen terug. In oorlog bijvoorbeeld, of in het recht. Maar ook in de kunst, de filosofie, of in sport. De spelende mens speelt zijn cultuur. Cultuur komt niet zozeer voor uit spel, maar ontplooit zich in en als spel.

Hij maakte zich echter zorgen over de teloorgang van het spel in de westerse wereld, wat mede wordt veroorzaakt door verzakelijking en technologisering. Wanneer hij naar het ludieke gehalte van de moderne tijd kijkt, blijkt de Homo Ludens een uitstervend ras. En dat vormt een bedreiging. Omdat spel fundamenteel is in (het vormen van) cultuur, is de Homo Ludens een noodzakelijke speler in de samenleving. Zonder Homo Ludens geen cultuur. Zonder Homo Ludens geen (dans)kunst.

In dit kader is het leuk om te vermelden dat de choreograaf Juanjo Arqués zich door Huizinga liet inspireren. Hij  maakte het ballet ‘Homo Ludens’ voor het nationale Ballet. Het ging februari 2017 in première.

 

Geplaatst in Gedachtenkronkels.