Fouetté
Tja, weer een term uit het klassiek ballet. Een technisch hoogstandje (haha) in het ballet is de fouetté. Hierbij gaat het standbeen steeds op de pointe en weer terug, terwijl het werkbeen zijwaarts gebogen is en met het onderbeen een ronddraaiende, zwiepende beweging wordt gemaakt.
In het beroemde ballet ‘Het Zwanenmeer’ bevat de solo van de zwarte zwaan 32 fouettés, waarbij ook nog op het hele toneel wordt rond gegaan. De rol van de zwarte zwaan wordt door de zelfde ballerina gedanst als degene die de rol van de witte zwanenkoningin vervult en deze rol is uitsluitend voorbehouden aan een ‘prima ballerina’. Dit is een hoge positie in de hiërarchie van de grote balletgezelschappen. De balletwereld is een wereld op zich. Met eigen regels, een eigen taal, keiharde discipline en een, soms onverbiddelijke, machtsstructuur. Onlangs verscheen het boek van Igone de Jong, een sterdanseres van het Nationale Ballet, waarin ze beschrijft hoe onderdrukkend en frustrerend ze de hiërarchie in het gezelschap heeft ervaren.
Foucault
De keuze voor de filosoof lag voor mij voor de hand. Ik volg momenteel een filosofiecursus waarin wij zijn boek ‘Bekentenissen van het vlees’ behandelen.
Michel Foucault (1926 - 1984) was een Franse filosoof. Hij behoorde tot de postmoderne filosofen. De rode draad in zijn werk is de zoektocht naar de ontstaansgeschiedenis van het hedendaags subject ('het zelf '). Hij stelde dat elke cultuur en elke tijd zijn eigen discours heeft om de wereld in te delen en dat daarmee het denken en handelen van individuen wordt bepaald. Een discours is het spreken van de betreffende cultuur, maar ook van subculturen (wetenschap, politiek, kunst) waarmee de werkelijkheid wordt gestructureerd, zowel door de taal als door daarmee samenhangende procedures. Ons denken verandert als de tijden veranderen. Volgens Foucault oefent de discours in een groep macht uit omdat het de geldende waarden en normen bepaalt. Dat macht te maken heeft met disciplinering toont hij aan in zijn boek ‘Discipline, toezicht en straf ' (1975). Structuren en instituties zijn gemaakt om de mens te disciplineren. Ook zogenaamde machthebbers zijn hieraan onderhevig. Mensen volgen bepaalde voorgeschreven regels en maken zich die dusdanig eigen dat er sprake is van zelfdisciplinering.
Dat hiervan sprake is in de balletwereld kan onder meer worden aangetoond door het feit dat veel meisjes in dansopleiding leiden aan anorexia, een zelfopgelegd honger-eetregime om maar vooral aan het beeld van de superslanke ballerina te voldoen.
Gelukkig zien we bij de moderne dansgezelschappen dat met deze ‘perfecte’ norm veel minder rekening wordt gehouden en is er meer diversiteit in vormen en afmetingen van de lichamen van de dansers. Dat betekent waarschijnlijk dat in de hedendaagse discours begrippen als diversiteit en inclusie beginnen door te dringen.

The perfect body