A

Deze letter is niet moeilijk. Bij de A denk ik meteen aan een Arabesk, één van mijn favoriete poses in het klassiek ballet. Het is een houding waarin de danser op één gestrekt been staat en het tweede been achter zich eveneens gestrekt en uitgedraaid hoog optilt.

Zoals de naam al zegt is de term Arabesk afkomstig uit de Arabische cultuur en staat voor versieringen die worden aangebracht in gebouwen, zoals moskeeën, Het zijn repeterende figuren waarin veel spiralen, krullen en bloemmotieven worden gebruikt.

In het ballet werd de term oorspronkelijk gebruikt voor ineengestrengelde poses van groepen dansers waarbij attributen als slingers en hoepels werden gebruikt.
De huidige arabesk is een houding en kent verschillende variaties met betrekking tot richting en de positie van de armen en het bovenlichaam.

Terwijl ik bovenstaande feitjes over de Arabesk aan het opschrijven was wist ik ook meteen met welke filosoof ik een relatie kon leggen:

Aristoteles
Deze Griekse filosoof, die leefde van 384 v.Chr tot 322 v. Chr., is één van de belangrijkste grondleggers van de Westerse filosofie. En ook hier is een verband te leggen met de Arabische cultuur. Zijn werk werd namelijk al vrij snel in het Arabisch vertaald en had lange tijd meer invloed in de Arabische wereld dan in de westerse. Daar was er meer belangstelling voor Plato, omdat zijn filosofie beter aansloot bij Christelijke denkbeelden.
Pas toen de Arabische denker Averroës in de 12de eeuw zijn werken had vertaald in het latijn kwam er ook in het westen belangstelling voor het werk van Aristoteles. Zo was Thomas van Aquino van mening dat hij met behulp van de theorie van Aristoteles het bestaan van God kon aantonen.

En nu weer een bruggetje naar de dans:
Voor het westerse theater is Aristoteles vooral van belang omdat hij de basis heeft gelegd voor de dramaturgie. In zijn werk Poëtica beschrijft hij waar een theatermaker zich aan moet houden om o.a. emoties op te wekken bij de toeschouwer.
Niet alleen in de theaterwereld, maar ook in de danswereld wordt tegenwoordig aandacht besteed aan de dramaturgie. Dansdramaturgie kent vele invullingen, visies en methodes.
Liesbeth Wildschut geeft in haar artikel ‘Reinforcement for the Choreographer: The Dance Dramaturge as Ally ’ (2009) een overzicht van mogelijke invullingen, waaronder: het reflecteren op ideeën van de choreograaf en het gecreëerde materiaal, de rol spelen van eerste kritische toeschouwer en fungeren als link tussen het dansgezelschap en de buitenwereld. Zij tekent daar bij aan dat de dansdramaturg in staat moet zijn dans te analyseren op verschillende niveaus, zoals beweging van de dansers, relaties tussen dans en andere tekensystemen en de structuur van een choreografie.

Geplaatst in Gedachtenkronkels.